Pagina's

Gelderse roos

De Gelderse roos (Viburnum opulus) is in de meeste gevallen een hoge struik tot een kleine boom. Een soort tussenformaat dus. De bloemen zijn roomwit en bloeien in mei en juni. Die bloemen zijn vreemdsoortig in een tuil opgebouwd want de binnenste zijn de vruchtbare en die in de buitenste rand bestaan slechts om aandacht van insecten te verkrijgen. Nadat de bloei is afgerond ontstaan er trossen met vuurrode steenvruchten. Die steenvruchten (het zijn botanisch gezien geen bessen) zijn zo bitter als gal en de meeste vogelsoorten vliegen liever eerst een blokje om voordat ze zich wagen aan zo'n onsmakelijke maaltijd. De trossen blijven soms een hele winter onaangeroerd hangen. Pas nadat de vorst erover geweest is worden ze door lijsters gegeten.
[Foto: Wouter Hagens]
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Viburnum, is van Latijnse oorsprong. De Romeinen hebben het woord, volgens de meeste taalkundigen, van de Etrusken geleend. Toch is er een steekhoudende verklaring voor de afkomst want Viburnum zou best wel eens afkomstig kunnen zijn van het Latijnse woord viere ('vlechten') en duidt dan op de buigzaamheid van de takken. Het tweede deel, opulus, is een oude naam voor enkele soorten Viburnum toen men nog dacht dat ze tot de esdoorns behoorden. Opulus is dus het Latijnse woord voor 'esdoorn'. In de Franse taal herkennen we in obier ('wateresdoorn') nog steeds de Romeinse oorsprong.

De naam Gelderse roos hoort van oorsprong helemaal niet bij deze struik: ooit tooiden bloemen het wapen van de hertogen van Gelre, maar dat moeten volgens heraldici in werkelijkheid bloemen van de mispel geweest zijn. Bovendien is het geen roos. De Gelderse roos gaat dus valselijk onder die naam door het leven en een oudere en beter passende naam is 'watervlier', want de gewone vlier (Sambucus nigra) is een direct familielid.

Behalve bij pestvogels, zijn de bessen van de Gelderse roos zijn niet erg geliefd bij vogels. Er zitten gifstoffen in die na een paar nachten vorst deels afbreken. Dan zijn er ook meer liefhebbers voor deze doorzichtige rode juweeltjes.

De bessen bevatten wat saponinen, maar ook het giftige viburnine en dat is een gifstof dat irritatie van het maagdarmkanaal veroorzaakt. Verder kun je rekenen op misselijkheid, braken en bloed in je urine. Je zou denken dat alom geadviseerd wordt om met een boog om de Gelderse roos heen te lopen, maar dat is ook in dit geval weer niet het geval. Het zou gebruikt kunnen worden bij een scala aan vrouwenkwalen want het gif zou de spieren van de baarmoeder ontspannen bij een dreigende miskraam, zou menstruele krampen verzachten, zou overdadige menstruatiebloedingen verminderen, en noem maar op. Het zou - als je het mocht geloven - niet mogen ontbreken in het repertoire van iedere vrouw.

Wat ze er niet bijvertellen is dat viburnine een glycoside is en die hebben invloed op het hart en wekken hartritmestoornissen op.

Geen opmerkingen: