Christoffelkruid

Sint Christoffel is vooral bekend als beschermheilige van zeelieden, maar hij had ook nog enkele bijbaantjes als patroon tegen besmettelijke ziekten, onverwachte dood, de pest, droogte, onweer, hagel, watersnood, vuurrampen en oogziekten. Bovendien leende hij zijn naam ook nog eens aan een giftige plant, het christoffelkruid (Actaea spicata). De man was maar een druk baasje.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Actaea, komt uit het oude Griekenland, waar het de naam was voor de vlierbes en waar het christoffelkruid nogal op lijkt. In de Griekse mythologie was Actaeon een jager, die het geluk had om de godin Artemis naakt te zien baden in het bos. Zijn pech was weer dat ze hem ook zag en hij werd voor straf in een hengst veranderd. Geen probleem zou je denken, maar deze versie had horens op de kop. Aktaíōn (Ἀκταίων) betekent zoiets als 'hoorndrager' in het Oudgrieks. Het tweede deel, spicata, heeft te maken met de bloeiwijze van de bloemen en het betekent ‘aar’. Uiteindelijk komt spicata van het Latijnse woord voor ‘speer’.

Alle delen van de plant zijn giftig, maar de bessen herbergen het meeste gif. De oorzaak van die giftigheid zijn een aantal nog niet onderzochte alkaloïden en proto-anamonine. Die laatste is een vluchtige, gele, bitter smakende olie, die in het melksap van planten van de ranonkelfamilie voorkomt. Proto-anemonine geeft bij huidcontact rode vlekken en blaren en bij inname vergiftigingsverschijnselen. Echte problemen ontstaan al heel snel. Bij kleine hoeveelheden krijg je al snel een sterk brandend gevoel in mond lippen en keel, hoofdpijn, duizeligheid, bloederige diarree, tintelend gevoel in ledematen, hartritmestoornissen en hallucinaties. Bij hogere doseringen is de plant waarschijnlijk zelfs vrij snel dodelijk.

En toch werd de plant vroeger door stoutmoedige mensen gebruikt voor bepaalde kwalen. De wortel werd onder de naam Radix christophecine ingezet voor kennelijk veel voorkomende huiskwaaltjes als dermatitis, astma, artritis, overspannenheid en de Sint Vitusdans (vaak tijdelijke schokkerige bewegingen van het gezicht of de ledematen). Ook zou het werken bij slijmvliesontstekingen om vastzittend slijm te verwijderen. De groene wortelstok werd ook gebruikt als insecticide voor een uitwendige kuur tegen luizen, vlooien en ander jeukend ongedierte.

De plant heeft als gevolg van zijn giftigheid en speciaal van de bessen een tijdje de naam van ‘zwarte gifbes’ mogen dragen. Doordat hij ondertussen behoorlijk zeldzaam is geworden besloten wetenschappers toch maar om hem zijn oude Middeleeuwse naam van christoffelkruid (Herba Sancti Christophori) terug te geven. Bepaalde mensen zouden bij het horen van ‘zwarte gifbes’ wel eens kunnen gaan besluiten om de plant actief te gaan bestrijden.