De lavendelheide (Andromeda polifolia) is een beetje een wolf in schaapskleren: het uiterlijk van een lieflijk en teer plantje, terwijl hij onderhuids dodelijk kan zijn. Het is een klein groenblijvend struikje dat gewoonlijk niet hoger groeit dan een 20 centimeter. In Nederland is de lavendelheide vrij zeldzaam geworden als gevolg van de ontginning van natte, voedselarme hoogveengebieden. In Engeland heet hij de bog rosemary ofwel 'veenrozemarijn', het gevolg van de oppervlakkige gelijkenis van zijn blaadjes met die van rozemarijn.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Andromeda, komt in eerste instantie uit de Griekse mythologie waar Andromeda een prinses was die door de goden gestraft werd omdat haar moeder een opschepster was. Ze werd vastgebonden aan een rots om als voedsel voor zeemonsters te dienen. Gelukkig werd haar dat lot bespaard doordat ze gered werd door de god Perseus. Verder gravend ontdekken we dat de naam een combinatiewoord uit het Oudgrieks is: anḗr (ἀνήρ) 'man' en médō (μέδω) 'heersen over'. Samen is dat zoiets als ‘heersend over mannen’. Het tweede deel, polifolia, is weer een combiwoord uit het Latijn: polium is ‘grijs’ en folium is ‘blad’. De bladeren zijn van onderen iets grijsgroen of wit berijpt.
De lavendelheide staat bol van de grayanotoxine (of andromedotoxine), een cyclisch diterpeen. Wanneer je dit gif mocht binnenkrijgen dan kun je rekenen op een verhoogde productie van vocht in je mond, neus en ogen, verlaagde bloeddruk, ademhalingsproblemen, langzame pols als gevolg van een vertraagde hartslag, verlies van energie, coördinatiestoornissen, duizeligheid, overgeven en diarree. Daarna volgen stuiptrekkingen en progressieve verlammingsverschijnselen. Ondanks het feit dat de lavendelheide ernstige hartproblemen kan veroorzaken lopen de problemen maar zelden fataal af en duren gewoonlijk niet langer dan een dag. Soms wordt het ook niet echt ongevaarlijke atropine als kuurtje voorgeschreven.
Ondertussen heb je natuurlijk het idee gekregen dat je toch al nooit van plan was geweest om van die lavendelheide te gaan snoepen en dus ook nimmer last van vergiftigingsverschijnselen zou gaan krijgen, maar ik moet je hier even waarschuwen dat de wereld toch wat lastiger in elkaar steekt. Omdat de hele lavendelheide giftig is zijn de bloemen dat ook. Bijen hebben van dat feit geen weet en verzamelen vrolijk het stuifmeel en daardoor kan ook de honing problemen op gaan leveren. Honing, afkomstig uit de veengebieden van noordelijk Amerika, heeft de meeste kans op het hebben van aantoonbare waarden van grayanotoxine. Ik geef toe: zelden worden daarbij giftige waarden bereikt. Maar het lastige is dat ik in deze column al twee keer het vervelende woordje ‘zelden’ heb gebruikt. Zelden is immers nooit nooit.