Heggenrank

De heggenrank (Bryonia cretica) heeft een paar eetbare familieleden, de komkommer, de augurk, de watermeloen en de kalebas. Allemaal zijn het ‘rankende’ planten en de meesten groeien in drogere streken en weten in hun vruchten veel water op te slaan. De heggenrank is eigenlijk het buitenbeentje in de familie: zijn vrucht is een steenrode bes, die nog eens giftig is ook.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Bryonia, is uiteindelijk afgeleid van het Oudgriekse woord brúō (βρύω), wat zoiets als 'krioelen' betekende en de warboel beschreef die de kruipende heggenrank in je tuin kon opleveren. Het tweede deel, cretica, beschrijft uiteraard het eiland Kreta in de Middellandse Zee en zal de plaats zijn waarvan men gelooft dat het de oorspronkelijke groeiplaats van de heggenrank is geweest.

De zetmeelhoudende wortelknol kan wel 20 centimeter in doorsnede zijn en werd vroeger wel gebruikt als laxeermiddel. Die knol is oneetbaar, maar hij is wel weer familie van de zeer eetbare yam (Dioscorea spp.) en dat is in veel tropische landen het equivalent van onze aardappel. De giftige stof is de bryonine, een glucoside, die nogal wat negatieve gevolgen voor je gezondheid kan hebben als je er genoeg van binnenkrijgt. Er wordt gemeld dat een dozijn bessen al een dodelijke afloop tot gevolg kan hebben. In de oudheid werd de heggenrank gezien als een kuur voor epileptie. In de zestiende eeuw werd het gezien als middel tegen hysterie (toch al een beetje een ziektebeeld dat in die tijd een modeverschijnsel was) en manie (een ziekelijke opgewektheid). Nou, de tinctuur van de heggenrank zorgde er wel voor dat je van beide problemen af was omdat die ervaring nooit weer wilde meemaken. Vervolgens werd de heggenrank ook voorgeschreven voor pericarditis (een ontsteking van het hartzakje), pleuritis (een ontsteking van het longvlies) en reumatiek. Klinkt allemaal goed, zo zult u misschien denken, maar een overdosis is snel opgelopen en dat kan leiden tot vreselijke misselijkheid en overgeven, vreselijke maag- en darmpijnen en –krampen, waterige diarree en flauwvallen. Van sommige gevallen is een dodelijke afloop gemeld. Een middel dat dus al snel erger is als de kwaal.

En toch heeft de moderne wetenschap een bepaalde werkzame stof van de heggenrank, bryodine, maar eens goed onder een microscoop gelegd (nadat ze in wat laboratoriumratten waren ingespoten) en wat bleek: de groei van met HIV (Aids) geïnfecteerde T-lymfoma-cellen werden selectief geremd. Dus kan een giftige plant van vroeger wel eens het geneesmiddel van de toekomst blijken te zijn.