Pagina's

Kleverige alant

De kleverige alant (Dittrichia viscosa) is een broertje van de al eerder beschreven kamferalant (Dittrichia graveolens). Deze soort is een overblijvende plant die maximaal tot 50 centimeter kan opgroeien. De sterk vertakte, vooral rechtopstaande stengels zijn bezet met kleverige klierharen, vandaar natuurlijk zijn naam. De bladeren vertonen zich aan de wereld in vele vormen en zijn al dan niet met klierharen bedekt. Bij kneuzing van de bladeren komt een sterke harsgeur vrij.
[Image: Gavier Martin - Kleverige alant]

 

De kleverige alant bloeit vanaf juni tot in november. Eén plant kan veel gele bloemhoofdjes produceren, elk met maar liefst 16 straalbloemen en 44 schijfbloemen. Uiteindelijk ontstaat een twee millimeter lange vrucht, die min of meer behaard is en daarin een gedeeltelijk met klierharen bezet nootje met vruchtpluis.

De kusten van het Middellandse Zeegebied zijn het natuurlijke domein van de kleverige alant, maar is recent ook in ons land in het wild aangetroffen. De eerste vindplaatsen lagen langs het traject van de Maas en dus kunnen we aannemen dat de zaadjes met (de landing van) schepen zijn meegevoerd.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Dittrichia, vernoemt de Duitse botanicus Manfred Dittrich (1934), de voormalige directeur van het herbarium in de Botanische Tuin in Berlijn. Het tweede deel, viscosa, is afgeleid van het Latijnse woord viscus, wat op zijn beurt uit het Oud-Grieks geleend is: ixós (ἰξός). Het kan vertaald worden als 'stroperig', maar had oorspronkelijk de betekenis van 'maretak' en de daaruit verkregen plakkerige 'vogellijm' (om zangvogels te vangen).

De kleverige alant werd in delen van het Middellandse Zeegebied toegepast als astringent middel. Dat zijn stoffen die worden gebruikt bij bijvoorbeeld de behandeling van bloedingen en diarree.

Maar tegenwoordig heeft de kleverige alant vooral de aandacht van wetenschappers gewekt. Het lijkt er op dat bepaalde stofjes, die verborgen zitten in deze plant, behoorlijk potent zijn. Het onderzoek richt zich voornamelijk op kanker, waar die stofjes nogal opmerkelijke resultaten weten te produceren. De laatste jaren verschijnen steeds meer wetenschappelijke onderzoeken in vakbladen waarin de kleverige alant wordt opgehemeld.

Van Tomentosin en Inuviscolide wordt nu gesteld dat het zowel de kankercelgroei kan remmen als celdood (apoptosis) kan veroorzaken[1].

Ook het in de kleverige alant aanwezige Inuloxin A is onderwerp van driftig onderzoek. Er wordt nu bekeken of het kan worden ingezet bij de bestrijding van een infectie met de Naegleria fowleri, beter bekend als de 'hersenetende amoebe'[2]. Als je met deze amoebe besmet water in je neus krijgt, kan dat kreng je zenuwstelsel binnendringen en zich vervolgens naar de hersenen verspreiden. In circa 95% van de gevallen overlijdt het slachtoffer binnen twee weken, want er bestaat geen effectieve behandeling.

Het is een perfect voorbeeld van een giftige plant waar de moderne wetenschap heel blij mee is.

[1] Migheli et al: Antineoplastic Properties by Proapoptotic Mechanisms Induction of Inula viscosa and Its Sesquiterpene Lactones Tomentosin and Inuviscolide in Biomedicines – 2022. Zie hier
[2] Zeouk et al: Exploring the Anti-Infective Value of Inuloxin A Isolated from Inula viscosa against the Brain-Eating Amoeba (Naegleria fowleri) by Activation of Programmed Cell Death in ASC Chemical Neuroscience – 2021.

Geen opmerkingen: