De klimop (Hedera helix) is een altijdgroen houtgewas met wat leerachtige bladeren en een eigenaardige wat harsachtige en bittere aromatische geur. De klimplant kan meters lang worden en de ‘stam’ houdt zich met speciale hechtwortels vast aan boomstam of muur. Hij werkt als ‘breekijzer’ in bestaande gaten en kieren. De klimop komt van nature voor in de zuidelijke helft van Europa met als noordgrens Scandinavië en als oostgrens het Russische Oeralgebergte. In Nederland is hij vrij algemeen.
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Hedera, is weer het oude liedje: geleerden vinden dat het de Latijnse naam voor klimop is. Duiken we iets dieper in de naamsgeschiedenis dan ontdekken we dat het woord uiteindelijk afstamt van het Oudriekse woord khandánō (χανδάνω), dat zoiets als 'grijpen' of ‘vasthouden’ betekent. Het tweede deel, helix, komt van het Oudgriekse woord hélix (ἕλιξ), wat '(iets dat) gedraaid (is)' of 'spiraalvormig' betekent.
De klimop bevat triterpenoïde saponinen en falcarinol, een polyyne. Die laatste is in staat om een allergische huidreactie op te wekken, maar er is ook wetenschappelijk aangetoond dat het borstkankercellen kan doden. Falcarinol is een natuurlijk werkende pesticide die ook wordt aangetroffen in wortelen en rode ginseng. Het beschermt de plant en wortel tegen vervelende schimmelinfecties. De intens bittere smaak zorgt er gewoonlijk wel voor dat je het wel uit je hoofd laat om aan de klimop te gaan knabbelen, maar mocht je toch zo onnozel zijn dan kun je last krijgen van de volgende symptomen: een delirium, gevolgd door bedwelming, stuiptrekkingen, hallucinaties, koorts en je rode bloedcellen worden aangetast. Bovendien krijg je ook nog eens last van een branderig gevoel in je keel en slokdarm als gevolg van de eerder genoemde allergische reacties.
Een oeroude Nederlandse naam voor de klimop is ‘eiloof’. Dat lijkt vreemd, maar die benaming komt wel erg dicht in de richting van de Engelse naam voor klimop, de ivy. Gaan we het woord ‘eiloof’ verder ontleden dan ontdekken we dat het eerste deel, ‘ei’, een verkorte vorm is van ‘eeuwig’. Samen betekent het dus ‘eeuwig loof’ ofwel ‘altijd groen’. En dat klopt natuurlijk.
In de volksgeneeskunst wordt de klimop ingezet als huismiddel tegen reumatiek en als zalfje tegen zaken als opgezwollen ledematen, pijnlijke gewrichten en brandwonden. Ook werd de plant gebruikt als middeltje tegen bronchitis, maar daar moet je, gezien de giftigheid maar behoorlijk voorzichtig mee zijn. Recent onderzoek heeft wel aangetoond dat de bladeren emetine bevatten. Dat is een stofje dat al langer in gebruik was als amoebendodend middel (een amoebe is een eencellig diertje) en andere interne parasieten.