Clivia

Een echte kamerplant uit grootmoeders tijd is de clivia (Clivia miniata). Tegenwoordig kom je hem niet zo vaak meer tegen in de huiskamers en dat is eigenlijk best wel jammer omdat het toch een aantrekkelijke plant is die weinig verzorging nodig heeft om te kunnen overleven.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Clivia, vernoemt officieel de Britse hertogin van Northumberland, Lady Charlotte Florentina Clive (1787-1866). Zij was een tijdje de gouvernante van de toen toekomstige Britse Koningin Victoria (1819-1901) geweest. De hoofdbotanicus van de beroemde Kew Gardens, John Lindley, was waarschijnlijk een beetje verliefd op Lady Clive geweest om een plant naar haar te vernoemen. Maar misschien het was eigenlijk niet zij, maar haar grootvader die de eer moest toekomen omdat Robert Clive (1725-1774), grondlegger was van het Britse koloniale gezag in India via de East India Company (de Engelse tegenhanger van ‘onze’ VOC). Maar het was wel op het uitgestrekte landgoed van de familie Clive, Almwick, dat de eerste uit zuidelijk Afrika afkomstige Clivia’s tot bloei werden gebracht. Het tweede deel, miniata, is Latijns en benoemt de kleur van kleur van cinnaber (vermiljoen, scharlaken), een mineraal met de chemische formule HgS. Dat is een bijzonder goed gekozen benaming omdat de bloemen van de Clivia prachtig vuurrood kunnen zijn.

Clivia is een geslacht van bolgewassen en maakt deel uit van de uitgebreide narcisfamilie. Daarmee heeft het tegelijkertijd ook een deel van zijn giftige stoffen gemeen. Het belangrijkste gif van de clivia is een alkaloïde met de naam lycorine, dat in kleine hoeveelheden in de plant voorkomt, maar zich voornamelijk in de knol ophoopt. Daarvan moeten toch behoorlijke hoeveelheden worden ingenomen om de echt schadelijke effecten te laten optreden. Dat zijn overmatige aanmaakt van speeksel, misselijkheid, overgeven en diarree. Verlammingen treden pas op wanneer grote hoeveelheden van de plant worden opgegeten.

Zuid-Afrikaanse traditionele genezers gebruiken extracten van de clivia om bevallingen op te wekken doordat het spasmen in de baarmoeder veroorzaakt.

In Nederland wordt de clivia ook wel de Sint Jozefsbloem genoemd, kennelijk omdat hij zo rond het naamfeest van Sint Josef (19 maart) zou bloeien. Dat is vreemd omdat diezelfde bloem in Engeland weer de Saint John lily wordt genoemd. Zou hij daar op de naamdag van Sint Jan (7 juli) gaan bloeien? In zijn thuisland, de Zuid-Afrikaanse provincie Natal, wordt hij ietwat neerbuigend de kaffer lily genoemd. Als we zo’n naam willen vertalen naar de geest van de tijd zou hij hier de ‘arme lui’s lelie’ moeten heten. En dat is eigenlijk niet eens zo’n onjuiste naam omdat hij in Nederland zonder problemen weet te overleven, zelfs op een beschutte plaats in je tuin.