Pagina's

Tuinboon

Uhm, zo zal de lezer vermoedelijk bij het lezen van het onderwerp van deze column opmerken, een tuinboon is niet gevaarlijk, maar is toch lekker? Het antwoord op deze kwestie is dat beide waar zijn. De tuinboon (Vicia faba) is inderdaad lekker, maar heeft ook een duister kantje.

 De tuinboon is een plant, die behoort tot de vlinderbloemigen en kan tot 1,80 meter hoog opgroeien. Hij bloeit met voor de familie karakteristieke bloemen met vijf witte bloembladeren met op ieder bloemblad een zwarte stip. De smakelijke tuinboon wordt in landen rondom de Middellandse Zee al sinds mensenheugenis verbouwd.
[Foto: Johningar]
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Vicia, komt deze keer uit het Latijn, waar het werkwoord vincere '(vast)binden' betekent. De familie heeft namelijk de neiging om zich als klimplant te presenteren. Het tweede deel, faba, heeft met fava een taalkundig broertje. De b en de v wilden in de loop der jaren nog wel eens van plaats of klank verwisselen, waardoor het soms lastig wordt om de herkomst of uitspraak van een woord te bepalen. Het Griekse woord Фαγο (phago) betekent 'eten' of 'vreten' want phagos is een veelvraat. Die uitleg is logisch omdat de tuinboon eetbaar is.

Tuinbonen zijn rijk aan tyramine. Dat is een in het menselijk lichaam voorkomende amine. Het ontstaat normaal gesproken door bederf of fermentatie (kaas, wijn, zuurkool) en het wordt snel door het lichaam afgebroken door een enzym met de naam monoamino-oxidase, afgekort tot MAO. Niets aan de hand, zo zult u opmerken, maar er bestaan ook medicijnen die de afbraak van MAO's remmen, de zogenaamde MAO-remmers. Deze worden voorgeschreven bij mensen die depressief zijn. Depressieve mensen hebben, volgens de geleerden, te weinig neurotransmitters serotonine, noradrenaline en dopamine. MAO-remmers remmen ook de afbraak van die neurotransmitters omdat ze ook monoamines zijn. Maar deze medicijnen remmen ook de afbraak van de tyramine uit de tuinboon en dat kán problemen opleveren omdat een teveel kan resulteren in een potentieel dodelijk serotonine syndroom.

Verder bevatten rauwe tuinbonen alkaloïden als vicine, isouramil en covicine. Deze kunnen een vorm van bloedarmoede veroorzaken bij patiënten, die lijden aan een erfelijke stoornis met de naam glucose-6-phosphate dehydrogenase deficiency. Bij deze stoornis wordt een noodzakelijk enzym niet of niet voldoende aangemaakt. Dit potentieel dodelijke ziektebeeld heeft zelfs een eigen naam gekregen: favisme. Dat favisme is het gevolg van diverse erfelijk recessieve problemen op het X-chromosoom en leidt tot een enzymatisch probleem. Het zorgt uiteindelijk voor massale erytrocytenafbraak (hemolyse) en zo resulteren in anemie (bloedarmoede) en geelzucht[1]. Het komt redelijk veel voor (10-20%) bij mensen die van origine uit Centraal-Afrika, het Mediterrane gebied, het Midden-Oosten en het Verre Oosten komen. Uiteindelijk kan men aan de gevolgen van favisme overlijden.

Tot slot zijn tuinbonen rijk aan L-dopa, een stof dat als medicijn wordt ingezet tegen de gevolgen van de ziekte van Parkinson. Er zijn behoorlijk wat gezondheidsgoeroes die op hun weblogje schrijven dat met, die lijden aan de gevolgen van de Ziekte van Parkinson, mogelijk kunnen overstappen op tuinbonen omdat daarin een 'natuurlijke' vorm van medicatie zit. Dat klopt, maar je weet nooit hoeveel van de werkzame stof er in een tuinboon zit omdat de natuur immers van nature wispelturig is.

Maar voor de rest zijn de tuinbonen heel gezond en mogen voor de meeste mensen met enige regelmaat op tafel komen te staan. Met wat spekjes en een gehaktbal.

[1] Raguthu et al: Fava bean and Parkinson's disease: useful 'natural supplement' or useless risk? in European Journal of Neurology – 2009

Geen opmerkingen: