
De smeerwortel bevat allantoïne dat nog steeds gebruikt wordt in smeersels tegen psoriasis en andere huidproblemen. De antieke Grieken en Romeinen gebruikten het echter voornamelijk als een papje voor de ontsmetting van wonden en als een soort gips om gebroken botten op hun plaats te houden. De smeerwortel vermindert verder de pijn, werkt ontstekingsremmend, wordt ingezet bij de behandeling van kneuzingen, chronische aandoeningen van gewrichten en bevordert de genezing van wonden. Tegenwoordig wordt de smeerwortel nog steeds in allerlei zalfjes verwerkt, al heet zo’n zalfje natuurlijk niet ‘smeerwortelzalf’, maar wordt die wat eenvoudige naam vervangen door zijn Latijnse vorm Symphyticum. Zelfde spul, duurdere naam en dus duurder product.
Maar de smeerwortel heeft ook een duistere kant want in diezelfde smeerwortel zitten ook hele giftige pyrrolizidine alkaloïden en om die reden is de verkoop van smeerwortelpreparaten voor inwendig gebruik in een aantal landen verboden. Die pyrrolizidine alkaloïden zijn hapatotoxisch en dat betekent dat ze door hun giftigheid ernstige leverbeschadigingen kunnen veroorzaken. Het spul veroorzaakt littekenachtige weefselvergroeiingen en die zorgen er voor dat kleine adertjes in de lever onbruikbaar worden. Zoiets kan al snel fataal aflopen, vooral bij kwetsbare kleine kinderen, zoals bleek bij een geval in Amerika uit 1976 waar een kind overleed aan leverfalen. De moeder moest toegeven dat zij een behoorlijke hoeveelheid 'gezonde' kruidenthee had gedronken. Die kruidenthee bevatte pyrrolizidine alkaloïden en die werden via de borstvoeding doorgegeven aan haar kind. Een tweede geval vertelt over een jongen van 23 jaar oud wiens lever het had begeven nadat hij een salade van jonge smeerwortels had gegeten.
Zoals de naam ‘smeerwortel’ al zegt is het een wortel die je moet gebruiken om te smeren en hij is niet bedoeld om in te nemen.