De cocaplant (Erythroxylum coca) groeit op grotere hoogte in het noordelijk deel van het Andesgebergte. Vooral in Peru en Bolivia treft men de plant in zijn natuurlijke omgeving aan. De geschiedenis leert ons dat de cocaplant voor de plaatselijke bevolking enig nut had. Zij dronken de bladeren als thee of kauwden de bladeren en hadden daardoor minder last van hoogteziekte en kregen meer energie om in de hooggelegen mijnbouw te werken. Dat is een treurige zaak omdat deze mensen niet voor hun plezier in die onherbergzame oorden in mijnen willen werken, maar uit armoede wel moeten.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Erythroxylum, is weer eens een combinatiewoord uit het Grieks, waarbij erythros 'rood' betekent en xylon 'hout'. Kennelijk dacht men vroeger dat de cocaplant rood hout opleverde. Het tweede deel, coca, heeft een wat exotische oorsprong. Het stamt uit een inheems dialect, het Quechua, waar het woord kúka of q'oka zoiets als 'voedsel voor werkers en reizigers' betekende. De veroverende Spanjaarden kaapten ook dit woord en vervormden het tot coca.
De alkaloïde cocaïne is de belangrijkste psychoactieve component, maar volgens onderzoek bevatten de bladeren ook nog een aantal andere alkaloïden waaronder methylecgonine cinnamaat, benzoylecgonine, truxilline, hydroxytropacocaine, tropacocaine, ecgonine, cuscohygrine, dihydrocuscohygrine, nicotine en hygrine.
Onder wetenschappers bestaat geen overeenstemming of cocaïne wel of niet verslavend is, maar dat hangt ook van de gebruikte definitie af. Een lichamelijke verslaving is toch iets anders dan een geestelijke verslaving. We gaan er dus maar van uit dat een geestelijke verslaving zal ontstaan als je cocaïne onderdeel maakt van je levenstijl. Cocaïne stimuleert het centrale zenuwstelsel. Langdurig gebruik van hogere doses kan leiden tot problemen met het hart want cocaïne versnelt de hartslag, doet het hart krachtiger samentrekken en verhoogt de bloeddruk. Dat alles kan leiden tot het al op jonge leeftijd krijgen van een hartinfarct.
Een weinig bekend feit is dat cocaïne en alcohol niet samengaan. Gelijktijdige consumptie van beide genotsmiddelen zorgt voor een chemische reactie in je lichaam en er ontstaat een stof met de naam cocaethylene, een van meest actieve metabolieten van cocaïne. Veel dodelijke slachtoffers van het gebruik van cocaïne zouden misschien moeten worden toegeschreven aan het combigebruik van cocaïne en alcohol. Maar veel maakt het natuurlijk niet uit want dood ben je dan toch.
In de medische wereld wordt cocaïne spaarzaam toegepast. Bij kleinere operaties aan neuzen, zoals het verwijderen van poliepen of het rechtzetten van een neustussenschot, wordt soms een cocaïne-oplossing ingespoten. De neusslijmvliezen blijven dan ongeveer 10 minuten gevoelloos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten