
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Helleborus, werd al in de tijd van de oude Grieken gebruikt en is een combinatiewoord van helein dat ‘doden’ betekent en boros dat ‘eten’ betekent. Daarmee zegt die naam direct al iets over zijn giftigheid van de plant: ‘dood door (te) eten’. Het tweede deel, niger betekent uiteraard ‘zwart’ en dat is te verklaren doordat de wortels zwart zijn.
Vooral de wortel en de bladeren aan de wortel bevatten een tweetal glucociden. De eerste, helleboreïne, is een gif dat je hart aantast, terwijl de tweede, helleborine, narcotische effecten heeft. Het is een verontrustende combinatie. Mocht je zo onfortuinlijk zijn om een deel van de kerstroos te nuttigen, dan zijn de gevolgen daarvan: dorst, koud voorhoofd met klam zweet, duizeligheid, een gevoel van verstikking, zwellen van de tong en de keel, overgeven, vertraging van de polsslag en tenslotte de dood door hartfalen.
Ondanks het feit dat hij gedurende deze duistere periode gewoon bij de bloemist te koop is en vaak als troost in huis wordt neergezet, is het door zijn giftigheid niet echt een opbeurende plant.
Toch zag men in vroeger tijden kans om de gemalen wortel van de kerstroos als niespoeder of snuiftabak te gebruiken. Ook werd de kerstroos ooit als braakmiddel en middel tegen verstopping gebruikt. Bovendien dachten ze dat het kon werken bij de behandeling van verlamming en krankzinnigheid.
Een oude legende vertelt hoe ooit de naam kerstroos is ontstaan: doordat de plant in de sneeuw tot bloei kwam door op de grond vallende tranen van een meisje, dat verdrietig was omdat ze geen cadeautje had voor het kind Jezus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten