Scherpe boterbloem

De scherpe boterbloem (Ranunculus acris) komt in heel Europa voor, behalve – jazeker, er zijn altijd uitzonderingen op elke regel – in de zuidelijke delen. Ook in Siberië, Oost Azië en het uiterste noordwesten van Noord-Amerika moeten de bewoners het doen zonder deze bijna-kosmopoliet. In Nederland behoort de scherpe boterbloem tot de 40 meest voorkomende plantensoorten. Hij is bij uitstek een plant voor graslanden. Door zijn scherpe smaak wordt hij door grazend vee gemeden. Vandaar natuurlijk de naam: scherpe boterbloem.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Ranunculus, is Latijns voor kleine kikvors (rana is ‘kikker’). Vermoedelijk heeft dit te maken met het feit dat veel soorten boterbloemen nabij water worden aangetroffen. In het Nederlands kennen we het woord ranonkel voor boterbloemen. Het tweede deel, acris, is Latijn en betekent ‘scherpe, bittere (smaak)’. Uiteindelijk is het weer geleend uit het Oudgrieks waar akros (ἄκρος), onder andere, een ‘scherpe (pijlpunt)’ was. In het Engels kennen we het woord acrid dat via de Normandiërs (vanaf 1066 na Christus) naar Engeland is meeverhuisd en dezelfde betekenis heeft.

Alle delen van de plant zijn giftig, maar de wortels herbergen toch wel het meeste gif. De belangrijkste werkzame stoffen zijn ranunculine, ranuncunol en anemonol. Bovendien treft men ook nog wat saponinen en aminozuren aan. De giftigheid van de scherpe boterbloem is voornamelijk het gevolg van protoananomine, dat in het lichaam uit de ranunculine wordt losgeweekt. Het sap van de plant veroorzaakt een ernstig branderig gevoel in de mond, slokdarm, maag en darmen. Vervolgens ontstaan braakneigingen en dus heb je een tweede keer plezier van dat branderige gevoel. Het is inderdaad nogal dom om de scherpe boterbloem, ondanks zijn naam en ondanks de scherpe, bittere smaak toch op te eten. Naast de hiervoor genoemde effecten, kunnen ook duizeligheid, hevige buikpijnen, bloederige diarree en ademhalingsstoornissen voorkomen. Voor de rest heeft het melksap ook nog een irriterende werking op de huid. Daar veroorzaakt het sap zwellingen, hevige jeukende roodheid en blaas- en blaarvorming. Dit wordt veroorzaakt door een reactie op de irritatie van de huid en niet door een allergische reactie.

In de volksgeneeskunst – wat tegenwoordig een veel beter woord is dan het meer gebruikte volksgeneeskunde – werd de scherpe boterbloem ingezet als antiwormmiddel en ooit als middel om koorts te bestrijden. Wetenschappelijk is ondertussen wel aangetoond dat de al genoemde protoanemonine een antibacteriële en antivirale werking heeft. Het veroorzaakt ook veranderingen (lees: beschadigingen) op celniveau en dat is dan ook de reden dat het in de Eerste Wereldoorlog als insecticide werd ingezet.