Pagina's

Paardekastanje

Natuurlijk is de paardekastanje (Aesculus hippocastanum} geen familie van zijn bijna-naamgenoot, de tamme kastanje (Castanea sativa). Waarom zou alles in het leven ook eenvoudig en voorspelbaar moeten zijn? De paardekastanje is inheems op de Balkan en wordt hier sinds jaar en dag aangeplant omdat hij goed tegen schaduw en luchtverontreiniging blijkt te kunnen.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam heeft een wat vreemde reis achter de rug: Aesculus is oorspronkelijk afkomstig van het Latijnse woord esca en dat betekent ‘aas'. Dat woord is weer gekoppeld aan edere (‘eten’) en je ziet al dat het via het Engelse edible (‘eetbaar’) al dicht tegen ons eigen woord ‘eten’ aanligt. Gedurende de periode van het oude Romeinse wereldrijk werd het woord esca eerst gebruikt voor een bepaald soort eik, maar op de een of andere manier is het woord op een gegeven moment ‘getransplanteerd’ naar de paardekastanje. Het tweede deel, hippocastanum, maakt het ons gelukkig weer een stuk makkelijker. Het is een combinatiewoord uit het Oudgrieks: híppos (ἵππος) is 'paard' en kástana (κᾰ́στᾰνᾰ) is kanstanje. Samen betekent de wetenschappelijke naam dus zoiets als 'eetbare paardekastanje'. In Oost-Europa bestaat nog steeds de gewoonte dat paardekastanjes als veevoer worden gebruikt.

De bladeren en kastanjes van de paardekastanje zijn voor mensen echter behoorlijk giftig. Ze bevatten het glycoside aesculine, het saponine aecine en vermoedelijk nog wat alkaloïden. Bovendien bevatten de bladeren ook nog looistoffen, die giftig voor de lever blijken te zijn. De gevolgen van inname laten zich dan ook raden: hoofdpijnen, het verschijnen van rode vlekken op het gezicht, spierzwaktes, hevige dorst, verlammingen, verwijde pupillen, kwijlen, overgeven, diarree, bewusteloosheid, en stupor (verdoving, gepaard gaande met onbeweeglijkheid van het lichaam). Het kan uiteindelijk zelfs een dodelijke afloop hebben. Er bestaan zelfs verhalen dat honing, gemaakt van de bloemen van de paardekastanje giftig zou zijn.

Die verlammende werking van de paardekastanje werd gebruikt door het in sterk verdunde vorm in te zetten tegen kriebelhoest. Ook zou het koortswerend zijn, en de pijn en ontsteking tegengaan bij artritis en reuma. Kompressen van de fijngemaakte kastanjes werden bij zweertjes en huidkanker gebruikt. Intern en extern werd kastanje ook gebruikt bij aandoeningen van de aderen, zoals spataderen en aambeien.

Omdat hij zo’n rappe groeier is, werd hij vaak aangeplant bij nieuwe boerderijen. De boom werd dan aan de zuidzijde geplant omdat heksen dan volgens het volksgeloof niet in de boerderij, maar in de paardekastanje zouden komen uitrusten. Het is natuurlijk een leuk verhaal, al is de werkelijkheid natuurlijk dat de volgroeide boom de boerderij snel zou beschermen tegen de zware zuidwesterstormen, die ons vlakke land altijd teisteren.