In Nederland zijn er twee soorten vogelmelk die min of meer ingeburgerd zijn; de gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum) en de als stinzenplant bekend staande knikkende vogelmelk (Ornithogalum nutans). De gewone vogelmelk wordt ook wel de ‘ster van Bethlehem genoemd’. Het verspreidingsgebied van de gewone vogelmelk is westelijk Europa en delen van Azië. Ook wordt de plant hier door zijn decoratieve bloemen als kamerplant verkocht. In veel tuinboeken wordt gemeld dat de gewone vogelmelk zeer goed te gebruiken is voor verwildering in de tuin omdat ze zich onder gunstige omstandigheden snel uit kunnen breiden doordat ze vele zijbolletjes aan de knol vormen. Maar of dat nu wel zo’n geweldig advies is…
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Ornithogalum, is een combinatiewoord uit het Oudgrieks, waar órnis (ὄρνις) 'vogel' betekent en gála (γάλα) 'melk. Samen is dat derhalve gewoon ‘vogelmelk’. De wetenschappelijk soortnaam is dus dezelfde als de Nederlandse. Het tweede deel, umbellatum, is afkomstig van het Latijnse woord umbella en betekent zoiets als ‘schaduw (van de zon)’. Men probeerde hiermee de vorm van de bloem te beschrijven die de vorm heeft van de spaken van een parasol. In het Engelse woord ‘umbrella’ (‘paraplu’ of ‘parasol’) zie je dat ook nog terug.
Alle delen van de plant worden als giftig gezien, maar de knol is een reservoir voor het meeste gif. Het giftige principe is het gevolg van een aantal glycosides die op het hart inwerken. Die glycosides lijken op die ook aangetroffen worden in het dodelijke vingerhoedskruid. Ook kunnen we nog een behoorlijke hoeveelheid giftige calciumoxalaat kristallen aantreffen. Het directe gevolg van het onverhoeds opeten van delen van de gewone vogelmelk zijn misselijkheid, kwijlen, overgeven, diarree, kortademigheid. Een aanhoudende hartritmestoornis kan zorgen voor een uiteindelijk fataal aflopende hartaanval. De calciumoxalaat kristallen zorgen verder nog voor pijnlijke, brandende en gezwollen lippen, tong en keel. Ook krijg je last van vervelende huidirritaties wanneer je te lang delen van de plant heb vastgehouden. Iets wat tijdens het wieden in de tuin best snel kan voorkomen. Het opeten van twee kleine knolletjes kan, volgens de verhalen, al leiden tot de hiervoor genoemde symptomen. Al met al is het dus niet een plant die je echt graag in je tuin zou willen hebben.
De plant moet simpelweg gezien worden als een woekerend onkruid dat overal in je tuin zal opduiken. Als je het gazon maait en de gewone vogelmelk heeft zich tussen je gras genesteld dan zal blijken dat een gemaaide plant een slijmerige massa wordt die door zijn giftigheid het gras zal laten afsterven met als resultaat grote dode plekken in je gazon.