Stinkende gouwe

Een kruidachtig plantje met de naam stinkende gouwe (Chelidonium majus) wil je waarschijnlijk niet in een vaas op de tafel hebben staan. Toch is het niet een onaardig plantje om te zien en de naam ‘gouwe’ (gouden) heeft betrekking op de lichtgelige kleur van de bloemen. Het overvloedige oranjekleurige melksap in de plant heeft inderdaad een onaangename, bittere en scherpe geur. De stinkende gouwe komt voor in de gematigde gebieden van Europa en Azië en is een typische volger van de mens als gevolg van haar vroegere gebruik als geneeskruid.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Chelidonium, is uiteindelijk terug te voeren tot het Oudgriekse khelidṓn (χελιδών), wat 'zwaluw'betekent. Dit herinnert aan een oude fabel, die verhaalt dat zwaluwen hun blind geboren jongen met het sap van deze plant weer zouden kunnen laten zien. Een andere verklaring was dat zwaluwen arriveren bij het eerste openen van de bloem en pas weer vertrekken wanneer de laatste bloem verwelkt. Het tweede deel, majus, komt uit het Latijn en betekent ‘groter’. Maar als er een grotere stinkende gouwe bestaat, zou er dan ook een kleinere stinkende gouwe bestaan? Dat is natuurlijk weer eens niet het geval, omdat de plant, die in het Engels de lesser Chelidonium wordt genoemd, helemaal geen familie van de stinkende gouwe is en hier bekend staat als het speenkruid (Ranunculus ficaria).

Is de stinkende gouwe giftig, zo zult u zich ondertussen afvragen. Jazeker. De stinkende gouwe is een direct familielid van de papaver en is dus eigenlijk een klaprozensoort. Dat voorspelt al niet veel goeds. De plant bevat een hele serie giftige isoquinoline alkaloïden, waarvan coptisine wel de belangrijkste is. Verder bevat de plant nog berberine, chelidonine, sanguinarine en chelerythrine. Hoewel de sanguinarine maar in zeer kleine hoeveelheden voorkomt is deze wel de meest giftige alkaloïde. Opeten van delen van de plant kan leiden tot misselijkheid, overgeven, bloederige diarree, urinedrang, gevoelloosheid, hartritmestoornissen, flauwvallen en coma. De plant is dus in potentie echt dodelijk.

De stinkende gouwe werkt in lage doses als een mild kalmeringsmiddel dat in het verleden gebruikt werd om kwalen te behandelen als astma, bronchitis en kinkhoest. Het kruid heeft ook een lichte krampstillende werking en de verhalen gaan dat het (de pijn van) galstenen kon verhelpen. Vroeger werd de wortel gebruikt om op te kauwen om kiespijn te verlichten. In Rusland wordt het nog steeds ingezet om wratten te verwijderen.

Maar recent wetenschappelijk onderzoek lijkt aan te tonen dat die zo giftige alkaloïden wel eens een grote toekomst tegemoet zou kunnen gaan: het blijkt dat ze de groei van kankercellen bij leukemie kunnen remmen. Maar die toekomst is nog heel ver weg.