Witte aronskelk

Een leuke en decoratieve plant voor op de vensterbank. Dat is de witte aronskelk (Zantedeschia aethiopica) in ieder geval wel. Weliswaar niet door zijn onopvallende bloem want die zit wat verstopt op een stengel, de spadix. In het Engels wordt hij de Lily of the Nile genoemd. Dat levert een grappige naamsverwarring op want eigenlijk is de lily of the Nile geen lelie en wordt hij niet in het stroomgebied van de Nijl aangetroffen. Bovendien komt hij ook niet, zoals zijn wetenschappelijke naam doet vermoeden, uit Ethiopië. Een plant vol met raadsels dus. En met giftige stoffen.
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Zantedeschia, vernoemt de in zijn tijd beroemde Italiaanse botanist Giovanni Zantedeschi (1773-1846). Hij publiceerde ooit een tiendelig standaardwerk over de flora in de Italiaanse provincie Brescia. Het tweede deel, aethiopica, probeert op het eerste gezicht te verklaren dat de plant uit het Oost-Afrikaanse land Ethiopië afkomstig was. Dat is niet het geval, want de plant heeft toch echt zijn geboortegrond in zuidelijk Afrika. Toch is daar wel een verklaring voor, want in de klassieke oudheid werd met die term zoiets bedoeld als ‘ten zuiden van de bekende wereld’ ofwel ‘ten zuiden van Egypte’.

De witte aronskelk is dodelijk giftig als gevolg van de aanwezigheid van calciumoxalaat kristallen, die vervelende lichamelijke effecten tot gevolg hebben: om te beginnen een gloeiend heet gevoel van branderigheid aan en zwellingen van de lippen, tong en keel. Slachtoffers spreken van een pijn alsof er duizenden naalden in je mond en keel worden gestoken. Daarna krijg je buikkrampen, buikpijnen, last van overgeven en mogelijk bloederige diarree. Uiteindelijk is coma en zelfs de dood mogelijk. Zelfs als je het melksap van de witte aronskelk aan je vingers hebt en dan even onnadenkend in je ogen wrijft merk je al snel dat zoiets geen goed idee was: het levert je oogpijn, tranende ogen, een beschadigd hoornvlies en een overgevoeligheid voor licht op.

De calciumoxalaat kristallen waren we al eerder bij de rabarber (Rheum rhabarbarum) tegengekomen. Van de rabarber is duidelijk dat je de bladeren veilig kunt eten, mits ze voldoende gekookt zijn. Koken breekt de kristallen af. En jawel, er bestaan wat obscure gerechten om de gekookte aronskelkbladeren als groente te bereiden.

Op de een of andere manier is de plant geëmigreerd naar Australië, maar daar zijn ze niet zo blij met hem. Doordat afknippen of maaien niet helpt (de ondergrondse wortelstok loopt daarna weer vrolijk uit), hebben ze hem als lastige ‘pest’ aangemerkt.