Pagina's

Kruipertje

Kruipertje (Hordeum murinum) wordt ook wel muizengerst genoemd. In Engelstalige landen wordt deze soort ook wall barley ('muurgerst'), mouse barley ('muisgerst') of false barley ('valse gerst') genoemd. De soort is nauw verwant aan de gecultiveerde gerst (Hordeum vulgare). Van oorsprong is het kruipertje een bewoner van het Middellandse Zeegebied en is als cultuurvolger een kosmopoliet van gematigde streken geworden.
Het kruipertje vertoont zich aan de wereld als een eenjarige tot vaste plant. De soort komt algemeen voor op voedselrijke gronden langs wegen en op muren. In de stad groeit de plant tussen straatstenen en stoeptegels, maar dan vooral aan de zonzijde. De plant heeft het zwaartepunt van haar verspreiding in stedelijke en industriële omgevingen. Volgens de experts komt het kruipertje buiten die gebieden nauwelijks voor. Die experts hebben het fout, want de soort komt in heel Nederland voor, al ontwaren we hem in het dunbevolkte Drenthe nog het minst.

Deze grassoort varieert in hoogte van 15 tot 60 centimeter, afhankelijk van de ondergrond en de beschikbaarheid van voedsel. Het kruipertje heeft talrijke rechtopstaande of geknikt opstijgende stengels. De tot 20 centimeter lange, helder lichtgroene bladeren zijn kaal of heel licht behaard en hebben een opgeblazen bovenste schede. Aan elk blad zit een fijne punt. De kafjes van alle bloemen zijn lang genaald met een weerhaakje. Deze naalden zijn bleekgroen en staan min of meer opgericht.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Hordeum, is afgeleid van het Latijnse horreo ('borstel), wat op zijn beurt weer een broertje is van hirsutus ('harig') en hīrtus ('egel'). Het tweede deel, murinum, is ook al Latijn en betekent in eerste instantie 'muis', maar beschrijft ook de grijze vachtkleur van dat knaagdier.

Kruipt het kruipertje? Soms is het antwoord. Vroeger wist iedere boerenzoon dat, als je het aartje van het kruipertje plukte en met de top naar voren onder in je mouw van je trui stopte, dat deze er dan door de bewegingen van je arm er bovenaan je trui weer uitkwam. Hij ‘kroop’ naar boven.

Datzelfde effect kan ook bij honden veel problemen geven. Als ze in een oor terecht komen, kan de hond extreem heftig gaan schudden met de kop en krabben aan het oor. Daardoor bestaat het risico dat de kafjes van deze kruipers steeds verder zich verplaatsen en het trommelvlies doorboren, wat blijvende gehoorschade zal geven. Tussen de tenen geven deze kruipers verdikkingen en abcesjes. De kruipers kunnen hele tochten door het weefsel maken en op andere plekken op de poot pas na maanden weer tevoorschijn komen. In de neus zorgen deze kruipers voor acuut en heftig niezen. Soms komen deze kruipers zelfs in het oog terecht met als gevolg oogontstekingen en oogschade.

Geen opmerkingen: