Hoewel je het natuurlijk nooit echt zeker weet, komt de alruin (Mandragora officinarum) niet in Nederland in het wild voor. Zijn natuurlijke groeiplaatsen vind je in zuid- en midden-Europa. Aan de alruin kleven vele mythen en legenden. Dat de wortel door zijn uitlopers vaak een beetje lijkt op het menselijk lichaam helpt daarbij natuurlijk ook wel een beetje. Ook in de boeken van Joanne Rowling over Harry Potter wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de werkzame stoffen van de alruin.
Het het verklaren van het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Mandragora, levert vrijwel onoverkomelijke bezwaren op. De meeste bronnen vertellen dat het woord een combinatiewoord is uit het Oudgrieks, die samen zoiets als ‘ongezond voor vee’ zouden moeten betekenen, maar ik heb die woorden nergens kunnen vinden. Dieper gravend komen we tot het oeroude Perzische woord *merdum gija dat ‘mensenplant’ betekend zou hebben en dus ook al de vorm van de wortel beschreef. Het tweede deel, officinarum, komt uit het Latijn en betekent – net als bij het hedendaagse Engelse woord office – werkplaats of kantoor. Het vertelt je dat de plant in het oude Rome als medicijn werd verkocht.
Tot het einde van de 17de eeuw werd de alruin ingezet als slaapmiddel, maar omdat het gehalte aan werkzame stoffen nogal kon wisselen was de alruin niet zonder gevaar. De alruin behoort tot de grote familie van de nachtschade (Solanaceae) en van die familie is bekend dat onder de familieleden behoorlijk giftige kunnen zitten. Ook dit familielid zit namelijk boordevol behoorlijk giftige stoffen, zoals de giftige alkaloïden scopolamine, atropine, apotropine, hyoscyamine, hyoscine, cuskhydrine, solandrine en mandragorine en een serie andere hallucinogene tropan-alkaloïden.
Behalve de eetbare rijpe vruchten (en zelfs daarvan mag je maar met mate van genieten) is de hele plant dodelijk giftig. Teveel binnenkrijgen betekent een vervelende combinatie aan geestelijke effecten, zoals langdurige hallucinaties, duizeligheid, angstaanvallen (die in combinatie met de hallucinaties verschrikkelijke vormen kunnen aannemen en gebruikers tot zelfs zelfmoord kunnen drijven), woede-aanvallen en slapeloosheid. Daarnaast wordt ook het lichaam aangetast door wekenlang aanhoudende hartritmestoornissen, gezichtsstoornissen en coma.
In de boeken over Harry Potter worden in de kassen van professor Spruit jonge alruin-planten opgekweekt. Wanneer ze verpot moeten worden, moeten de leerlingen hun oren afdekken omdat de schreeuw van de alruin soms dodelijk kan zijn. Eigenlijk wordt hier een eeuwenoud bijgeloof verwoord: al in Shakepeare’s toneelstuk ‘Romeo en Julia’ wordt gezegd: ‘Shrieks like mandrakes' torn out of the earth.’ ('Geschreeuw als alruin, die uit de grond getrokken wordt'). Maar het bijgeloof is zelfs ouder dan Shakepeare’s tijd. Bijgeloof is immers van alle tijden.
.