Pagina's

Bosrank

Lianen verwacht je in de rimboe. In films gebruiken oermensen als Tarzan die lianen om zich, onder het slaken van een strijdkreet, van boom tot boom te slingeren om vervolgens Jane uit handen van schurken of wilde bavianen te redden. Maar ook in Nederland hebben we een echte liaan, de bosrank (Clematis vitalba).
De bosrank heeft houtige stengels, die polsdik en tientallen meters lang kunnen worden. Ze liggen deels op de grond en ze klimmen deels in bomen. Ze hangen dan soms met een boog van de ene boom naar de andere boom of struik. De ietwat naar vanille geurende bloemen zijn klein, roomwit van kleur en dicht behaard. Het stamperhoofdje groeit later in het jaar uit tot een opvallende ‘pruikebol’. Dat is ook de reden dat de plant in Engeland wel old man’s beard genoemd wordt. In Nederland noemen ze hem ook wel 'duivelsgaren' en 'heggenwurger'. Het zijn niet echt positief klinkende namen.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Clematis, is afkomstig van het Oudgriekse woord klêma (κλῆμα) met de betekenis van 'twijg' of 'tak'. Het verwijst naar de jonge klimmende uitlopers. Het tweede deel, vitalba, komt van het Latijnse woord vitalis dat ‘vitaal’ of ‘overlevend’ betekent. Dat duidt op de vervelende neiging van de bosrank om bijna onuitroeibaar te zijn.

Het sap van de bosrank bevat het giftige alkaloïde proto-anemonine. De bladeren en bloemen hebben een ontzettend brandende smaak. Het gif is blaartrekkend en irriteert de ogen en keel. Je ogen gaan daardoor vreselijk tranen en je moet onophoudelijk kuchelen door een geïrriteerde keel en slokdarm. Het gif veroorzaakt jeuk op je huid en die jeuk wordt zelfs erger door de warmte van je bed en door je te wassen.

Mensen, die moedig genoeg geweest zijn om het als drankje of thee te proberen, geloven dat het urine-afscheidend en zweetopwekkend is. Voorts geloven ze dat het werkt tegen nierziektes, geslachtsziekten, zoals syfilis en gonorroe, en bepaalde open zweren. Ikzelf zou het beslist niet durven aanbevelen.

Het verhaal gaat dat Franse bedelaars het sap van de bosrank gebruikten om bij zichzelf blaren en zweren te maken om daardoor medelijden op te wekken in de hoop meer inkomen te krijgen. De ‘pruikebollen’ werden vroeger soms gebruikt als alternatief voor tabak, maar ook dat is, gezien de giftigheid, niet echt een handige zaak.

Tarzan heb ik hier in Nederland nog niet aan de bosrank zien slingeren. Het zal hier wel te koud voor hem zijn.