Aardappel

Hoewel rijst en pasta aan een opmars bezig zijn, is de aardappel (Solanum tuberosum) in Nederland nog steeds volksvoedsel nummero uno. Onderzoek heeft uitgewezen dat de eerste wilde aardappel misschien wel meer dan 10.000 jaar geleden is ontstaan op de hellingen van het Andes-gebergte in zuidelijk Peru. Spaanse ontdekkingsreizigers brachten de aardappel omstreeks 1536 over naar hun thuisland, maar het verschrompelde knolletje wist eerst niemand echt te bekoren. Het duurde een hele tijd voordat men begreep dat de knolletjes eetbaar waren.
De tomaat en de paprika zijn weliswaar gezonde broertjes van de aardappel, maar die aardappel heeft ook een duistere kant. Dat blijkt uit het feit dat ze allemaal tot de potentieel dodelijke nachtschadefamilie behoren.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Solanum, komt van het Latijnse woord solace dat via het oud-Franse solas afkomstig is van het Latijnse solacium, wat ‘troost’ betekent. Wij herkennen daarin zelfs nog de Nederlandse term ‘soelaas bieden’. Het heeft te maken met de verdovende eigenschappen van bepaalde soorten van deze plantenfamilie. Het tweede deel, tuberosum, is Latijn voor ‘knol’.

Alle groene delen van de aardappel zijn giftig. Aardappels kunnen naast de knollen ook bessen vormen, maar die zijn pas echt giftig. Eigenlijk is dat vreemd omdat bij de tomaat de bessen juist weer niet giftig zijn en zelfs heel gezond. De giftigheid van de aardappel is het gevolg van de aanwezigheid van een aantal alkaloïden, zoals solanine en chaconine. Solanine kan zelfs in hele kleine hoeveelheden uiterst giftig zijn. Die solanine is een effectieve verdediging van de plant tegen zijn natuurlijke vijanden, zoals schimmels en insecten, maar eigenlijk horen wij dus ook bij die vijanden. Als aardappelen tijdens het bewaren worden blootgesteld aan licht worden de knollen groen en stijgt de giftigheid. Ook dat is een slimme manier om te voorkomen dat de knol wordt opgegeten.

De symptomen van vergiftigingsverschijnselen van solanine zijn misselijkheid, overgeven, kwijlen, diarree, maag- en darmkrampen, brandend gevoel in de keel, hartritmestoornissen, vertraagde ademhaling, hoofdpijn en duizeligheid. In meer ernstige gevallen ontstaan hallucinaties, verlamming, koorts, geelzucht en vernauwde pupillen. Vaak duurt het 8 tot 12 uur na het opeten voordat de eerste symptomen aan het licht komen, maar dat kan behoorlijk wat sneller als je echt veel van die giftige alkaloïden hebt gegeten. Solanine zelf heeft kalmerende eigenschappen. Het zou werken tegen stuiptrekkingen en werd ooit ingezet voor de ‘behandeling’ van astma, hoesten en verkoudheid.

Even ter waarschuwing: Ook de hoeveelheid solanine in groene (onrijpe) tomaten is vrij hoog en die moeten ook beslist niet gegeten worden.