Pagina's

Wijdvertakte centaurie

Van de wijdvertakte centaurie (Centaurea diffusa) wordt gemeld dat hij inheems is het het gebied rondom de westelijke delen van de Middellandse Zee. Deze soort houdt kennelijk van reizen het zaad en is met kolonisten meegereisd naar Noord-Amerika. Daar voelt de wijdvertakte centaurie zich zo thuis dat hij daar intussen wijdverspreid is[1]. Het is een broertje van de in veel tuinen aangeplante bergcentaurie (Centaurea montana).
Wijdvertakte centaurie is een eenjarige of tweejarige plant, die over het algemeen tussen de 10 en 60 centimeter hoog wordt. Het heeft een sterk vertakte stengel en een grote penwortel. Deze soort heeft een basale rozet met kleine bladeren en – later in het seizoen - bladeren die afwisselend op de rechtopstaande stengels staan. Bloemen zijn meestal wit of roze en groeien uit urnvormige hoofden die aan de uiteinden van de vele takken worden gedragen. De wijdvertakte centaurie neemt vaak gedurende het eerste levensjaar een korte rozetvorm aan, maar groeit en bloeit dan snel in het tweede jaar. Een enkele plant kan wel bijna 20.000 zaden produceren.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Centaurie, is afgeleid van het Oud-Griekse woord kéntauros (Κένταυρος), waarmee ooit een lid van de woest ras uit de Griekse regio Thessalia werd aangeduid (alles ten noorden van Athene werd al gauw gezien als woest en barbaars), maar tegelijkertijd behoorde een centaur tot de Griekse mythologie, waar het een mens (of dier) was met het bovenlichaam van een mens en de rest van een paard. Het tweede deel, diffusa, doet natuurlijk direct denken aan het Nederlandse woord 'diffuus' met de betekenis van 'zonder duidelijke grenzen'. Het woord is ontleend aan het Latijn, waar diffundō de betekenis had van 'uitsmeren', 'uitschenken' of 'uitgespreid'.

De wijdvertakte centaurie komt Nederland nog maar sporadisch voor en biologen menen dus dat het een 'zeer zeldzame soort' is. Aan die veronderstelde zeldzaamheid zou wel eens snel een eind kunnen komen, want de wijdvertakte centaurie heeft een evolutionair trucje verzonnen. De wijdvertakte centaurie maakt namelijk in de wortels een stofje aan met de naam 8-hydroxyquinoline. Dat chemische stofje heeft een negatief effect op de planten die in de directe nabijheid durven te groeien.

Jawel, 8-hydroxyquinoline is familie van hydroxychloroquine, waar complotdenkers nog steeds van geloven dat het werkt tegen het coronavirus. Beide stofjes hebben echter wel ontsmettende eigenschappen en werken als een pesticide. Hydroxychloroquine wordt ingezet als medicijn tegen bacteriële en parasitaire infecties. De andere, 8-hydroxyquinoline, wordt vrijwel niet meer ingezet als medicijn. Te giftig[2].

De wijdvertakte centaurie heeft zich in de USA verder evolutionair aangepast, want het maakt nu minimaal driemaal zoveel 8-hydroxyquinoline aan als zijn Europese soortgenoten[3]. De onderzoekers noemen het één van de 'most destructive invasive weeds in the western USA'.

[1] Callaway, Ridenour: Novel weapons: invasive success and the evolution of increased competitive ability in Frontiers of Ecology and the Environment - 2004. Zie hier.
[2] Pippi et al: Evaluation of 8-Hydroxyquinoline Derivatives as Hits for Antifungal Drug Design in Medical Mycology - 2017. Zie hier.
[3] Vivanco et al: Biogeographical variation in community response to root allelochemistry: novel weapons and exotic invasion in Ecology Lettters - 2004

Geen opmerkingen: