Pagina's

Kamferalant

De kamferalant (Dittrichia graveolens) houdt van zonnige, open plaatsen (pioniervegegatie) op minstens periodiek vochtige, voedselrijke, vaak iets stenige grond. Deze soort is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Europa, maar zoekt zijn weg steeds verder noordwaarts. Zijn verspreiding volgt zo'n beetje het Nederlandse snelwegenstelsel.
De kamferalant behoort tot de familie der zonnebloemen en is een bossig struikje van maximaal 130 centimeter hoog. Hij is in het bezit van langwerpige, puntige bladeren met kleine 'tandjes' aan de randen en klierhaartjes op de bovenzijde. Iedere plant produceert tientallen kleine gele bloemen.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Dittrichia, vernoemt de Duitse botanicus Manfred Dittrich (1934), de voormalige directeur van het herbarium in de Botanische Tuin in Berlijn. Het tweede deel, graveolens, is een combinatiewoord uit het Latijn, waar gravis 'ernstig' of 'heel erg' betekent en oleo 'olie'. Samen moet je dat lezen als 'heel erg (stinkende) olie'.

De kamferalant ruikt dus niet echt aangenaam en dat dan ook de reden dat hij in het Engels stinkwort ('stankwortel') of stinking fleabane ('stinkend vlooienvergif'). Die Engelse benamingen zijn natuurlijk al een aanwijzing dat deze plant behoorlijk giftig moet zijn, maar de wetenschap is er nog niet helemaal over uit hoe giftig hij precies is. Ja, het sap van de kamferalant zit vol oxalaten, zoals 12-carboxyeudesma-3,11(13)-diene en tomentosin, maar hij ruikt en smaakt zo vies dat er nimmer een mens is geweest die zo sukkelig was om zich te laten vergiftigen. Wel kan het sap (latex) blaren als gevolg van allergische contactdermatitis op de menselijke huid veroorzaken.

Er bestaan enkele rapporten dat grazend vee werd vergiftigd door het per ongeluk oppeuzelen van kamferalanten. Ook voor vissen is de plant niet gezond: vissers in Zuid-Italië gooiden ooit in stukjes gesneden bladeren in het water, waardoor het sap vrijkwam en vissen tijdelijk vergiftigd werden. Ze kwamen versuft bovendrijven en lieten zich dan eenvoudig 'opvissen'. Als een plant giftig is voor vissen noemt men deze plant ichthyotoxisch[1], ichtus is immers 'vis' in het Latijn.

[1] Lanzetta et al: Ichthyotoxic sesquiterpenes and xanthanolides from Dittrichia graveolens in Phytochemistry – 1991

Geen opmerkingen: