Pagina's

Indische wolfskers

De Indische wolfskers (Atropa acuminata) is nauw verwant aan de ook in Nederland voorkomende wolfskers (Atropa belladonna), die we misschien wel nauwkeuriger de Europese wolfskers zouden moeten noemen, al komt deze ook sporadisch voor in noordelijk Afrika.
De Indische wolfskers is inheems in en rond het Himalayagebergte. Denk aan oostelijk Afghanistan plus noordelijke delen van India en Pakistan. Sommige waarnemingen stammen echter ook uit oostelijk Iran en zelfs uit Mongolië. Zijn domein zou dus een stuk groter kunnen zijn dan wordt aangenomen. Wat wel duidelijk is dat deze soort houdt van uitzicht, want hij komt voor op hoogten tussen de 1,800 en 3,600 meter.

Het is een vaste wat bossige plant die tot een hoogte van zo'n 80 centimeter kan opgroeien. Hij bloeit met lichtgele bloemen (die van de Europese wolfskers zijn lichtpaars) van juni tot augustus, terwijl de zwarte bessen rijpen van augustus tot oktober. De Indische wolfskers heeft het liefst een wat vochtige bodem en het maakt hem niet uit of hij in de slagschaduw of in het fletse zonlicht groeit.

Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Atropa, is ontleend aan de Griekse schrikgodin Atropos en haar naam betekende zoiets als 'onherroepelijk' of 'onomkeerbaar'. Zo’n naam voorspelt inderdaad niet veel goeds voor iemand die per ongeluk deze wolfskers probeert op te eten. Het tweede deel, acuminata, is Latijns en betekent 'scherp' of 'puntig'. Uiteindelijk is het terug te voeren op het Oudgriekse ákon (άκον), wat '(pijl)punt heeft betekend.

De hele plant en dan speciaal de wortel is zeer giftig. De bladeren bevatten gemiddeld 0,4% actieve alkaloïden, terwijl de wortel ongeveer 0,6% bevat. De gifstoffen zitten verder geconcentreerd in het rijpe fruit. Dat is een probleem, omdat de bessen er zo leuk uitzien en bovendien nog eens zoet smaken ook. Zelfs het aanraken van de plant kan al problemen opleveren indien degene kleine schaafwondjes op de handen heeft.

Ondanks het feit dat de Indische nachtschade dodelijk giftig is heeft men diverse werkzame toepassingen weten te ontdekken. Zo wordt het gebruikt om de pupillen te verwijden bij oogoperaties, om darmkoliek te verlichten en om maagzweren te behandelen. In India worden de wortels en bladeren ingezet als verdovend en kalmerend middel en als middel om minder last te hebben van pijn door de gevoeligheid van de hersenen en het zenuwstelsel voor pijnprikkels te verminderen. Moderne wetenschap heeft ontdekt dat de plant kan worden gebruikt om de symptomen van de ziekte van Parkinson te behandelen, waardoor trillingen en stijfheid worden verminderd en spraak en mobiliteit worden verbeterd.

Geen opmerkingen: