Pagina's

Glanzend kruiskruid

Het glanzend kruiskruid (Senecio squalidus) is inheems op het Italiaanse eiland Sicilië, waar het zich op een ondergrond van vulkanische as wist te handhaven. Nu is de Etna een knots van een vulkaan die vrijwel voortdurend lava uitbraakt. Er zijn dus uitgebreide lavavelden ontstaan die in de loop der eeuwen zijn verweerd tot een vruchtbare rotsige ondergrond.

Dit kruiskruid werd in noordwestelijk Europa in de jaren 1700 tot 1702 geïntroduceerd in Engeland. Door een tweetal biologen werd deze plant 'geoogst' en overgebracht naar de botanische tuin van de gravin van Beaufort nabij Badminton. Een paar jaar later werden stekjes en zaadjes overgebracht naar de Oxford Botanical Garden. Zoals zo vaak wist ook deze plant aan de beklemming van een perkje te ontsnappen en begon het aan zijn tocht over het Britse koninkrijk. Als eerste werd het ontdekt in de muren van diverse colleges van de Universiteit van Oxford, vervolgens in vele stenen muren rond de stad Oxford. Geen wonder dat glanzend kruiskruid in Groot-Brittannië de naam Oxford Ragwort draagt.

Nadat Oxford op het spoorwegnetwerk was aangesloten wist het glanzend kruiskruid daar wel raad mee. Gedurende de twintigste eeuw verspreidde het glanzend kruiskruid zich over het hele land en bleek een voorkeur te hebben voor ruïnes en tot stof gebombardeerde plaatsen na de Tweede Wereldoorlog. Je snapt dat die plaatsen nogal wat overeenkomsten vertonen met de troosteloosheid van een vulkanisch gebied.

In Nederland is glanzend kruiskruid een zeldzame gast, al lijkt hij in het hele land voor te komen. Hij heeft ook hier een voorkeur voor spoorlijnen en rotstuintjes, van waaruit hij weer zal ontsnappen onder invloed van de wind.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Senecio, is afgeleid van het Latijnse woord senex, dat 'oud' betekent en wordt hier gebruikt met de betekenis van 'grijsaard' als gevolg van het al snel zichtbaar wordende grijze vruchtpluis. Het tweede deel, squalidus, komt van het Latijnse woord squālor, wat 'vies' betekent. In het Engels kennen we nog het woord squalid ['smerige (leefomgeving)'].

Glanzend kruiskruid kan tot een meter hoog opgroeien en bloeit met de bekende helgele bloemen, die bij een nauwkeuriger blik uit vele mini-bloemen blijken te bestaan. Hij groeit snel en leeft slechts kort, ook een gevolg van de verschroeiend hete zomers op Sicilië, waar een kort voorjaar gevolgd wordt door een lange droge zomer. Na de bloei ontstaan zaden met een op een parachute lijkende pluisjes, waardoor de wind het zaad eenvoudiger over een grote afstand kan verspreiden. Deze soort heeft diep ingesneden, gladde, bijna haarloze bladeren.

Wetenschappers zijn altijd wat treurige mensen, wier hele leven soms lijkt te bestaan uit het ontkrachten van goede verhalen. Dat is ook zo bij glanzend kruiskruid. Ze geloven tegenwoordig dat het niet eens een echte soort is, maar een bastaard van verschillende andere kruiskruiden[1].

Word je uit je natuurlijke omgeving weggestolen en overgebracht naar het koude, regenachtige en treurige Engeland en ben je sindsdien op zoek naar je roots, dan hoor je plotseling ook nog eens dan je maar een kruising bent. Arm glanzend kruiskruid.  

Gelukkig is hij behoorlijk giftig en kan hij onomkeerbare leverschade veroorzaken.

[1] James, Abbort: Recent, allopatric, homoploid hybrid speciation: The origin of Senecio squalidus (Asteraceae) in the British Isles from a hybrid zone on Mount Etna, Sicily in Evolution - 2015. Zie hier.

1 opmerking:

Fred de Vries zei

Zolang glanzend kruiskruid groeit en bloeit, is er weinig risico voor paarden, koeien, schapen en geiten. De plant smaakt bitter en wordt meestal niet gegeten.

Glanzend kruiskruid wordt echter zeer gevaarlijk wanneer het wordt gemaaid of uitdroogt. Deze plant verliest dan namelijk zijn typische geur, kleur en smaak, waardoor ze voor paarden niet meer als giftig herkenbaar zijn. Na het maaien blijft het gif werken. Graseters eten hun dagelijkse hooirantsoen en zo krijgen ze ook de gifstoffen binnen.

Alle delen van glanzend kruiskruid bevatten giftige stoffen. Dit zijn de zogenaamde Pyrrolizidine Alkaloïden (PA's). De stoffen worden geproduceerd om aanvraat van herbivoren (zoogdieren, insecten) tegen te gaan.